Skip to main content

Leestijd: 3 minuten. Auteur: Richard Wentzel

Het Ravijnjaar verwijst naar 2026, het jaar waarin gemeenten te maken krijgen met flinke bezuinigingen door veranderingen in het financieringssysteem. We weten niet welke optimist dit woord bedacht heeft en wat het doel ervan is. Het klinkt dramatisch en angstig, alsof gemeenten massaal hulpeloos in een financiële afgrond worden gestort. Maar hoe terecht is die angst eigenlijk? Ja, er komen bezuinigingen aan. En ja, dat betekent dat gemeenten kritisch moeten kijken naar hun manier van werken. Maar het betekent níét dat er geen oplossingen zijn.

Er is nog tijd

Onze ervaring is dat er binnen veel gemeenten ruimte is om meer resultaat te behalen met de beschikbare middelen. Niet door harder te werken of met minder mensen hetzelfde te doen, maar door effectiever te werken. Doorstroom van werk en een heldere focus op wat echt belangrijk is, maken vaak een groot verschil. Het goede nieuws? Er is nog tijd. Met de juiste aanpak kan een gemeente binnen drie maanden al gegarandeerd resultaat zien. Dat betekent dat er nu nog voldoende ruimte is om effectief te werken aan een solide voorbereiding op 2026. Als mensen dat willen.

Hoe weet je of verbetering mogelijk is?

Stel jezelf de volgende vragen:

  • Hebben we een helder overzicht van onze producten en diensten? Als niet iedereen precies weet wat we leveren en wanneer, hoe weten we dan of we het juiste doen?
  • Hoeveel werk ligt er ‘onder handen’? En hoe lang blijven taken liggen voordat ze afgerond worden? Als werk te lang blijft liggen, blokkeert dat de doorstroom en stapelen problemen zich op.
  • Hoe prioriteren we ons werk? Worden spoedjes vaak voorgetrokken, terwijl ander werk blijft liggen? Dan kan het zijn dat we steeds achter de feiten aanlopen.
  • Zijn onze processen ingericht om het geheel te laten werken, of optimaliseren we vooral lokaal? Een proces dat goed werkt voor één afdeling, kan het geheel juist vertragen.
  • Werken we voldoende in teams, of zijn we afhankelijk van individuele medewerkers? Als kennis en taken te veel bij individuen liggen, wordt samenwerking en flexibiliteit beperkt.
  • Meten en verbeteren we onze prestaties stelselmatig? Zonder structureel inzicht in prestaties blijven problemen onzichtbaar en lossen we vooral symptomen op.

Als één of meerdere vragen je aan het denken zet, is er waarschijnlijk ruimte voor verbetering.

Wat kun je doen?

Er zijn manieren om meer resultaat te behalen, zonder grote reorganisaties of extra middelen. Ook het inhoudelijk werk verandert niet. De Dienstenfabriek is een bewezen aanpak die helpt om werkstromen beter te laten functioneren, zodat er meer tijd en ruimte ontstaat voor wat echt telt. De stapels werk dalen, de doorlooptijden verkorten en er ontstaat rust. Bijvoorbeeld: Bij IT afdelingen zien we doorlooptijden dalen van 6 naar gemiddeld 2 dagen, met een leverbetrouwbaarheid van 95%. Bij Veilig Thuis werkt men zonder wachtlijst (van 6 weken naar 0 weken). In een gemeente is de doorlooptijd van WMO bezwaren teruggebracht van 20 weken naar 4 weken, met aanzienlijk minder werkdruk. Door beter te managen op doorstroom en helder inzicht te krijgen in het werk dat in uitvoering is kunnen ook gemeenten, zelfs vóór 2026, zo’n 20-40% meer resultaat halen. Dit vraagt geen extra inspanning, maar een andere manier van kijken naar het werk.

Getriggerd?

Wil je hier meer over weten? Laat het ons weten in een comment of bericht. Als er voldoende interesse is, zorgen we voor een manier om deze kennis breed te delen, specifiek gericht op gemeenten. We zijn al in gesprek met professionals binnen gemeenten om deze aanpak te vertalen naar de WMO-processen. De inzichten die daaruit komen, zijn waardevol en praktisch toepasbaar.

En als je denkt dat dit niet kan werken: reageer ook! We zijn benieuwd naar je argumenten. Want hoe beter we het debat voeren, hoe sneller we tot oplossingen komen

afbeelding: DALL-E